Deze gehouden straatcollecte stond in het teken van bekende gebouwen in Nederland.
Voor deze collecte werden er 14 terracotta schijfjes met een speldje aan de achterkant uitgegeven, n.l. Amsterdam-Westertoren, Rotterdam-St.Laurenstoren, Den Haag-Ridderzaal, Utrecht-Domtoren, Groningen-Martinitoren, Haarlem-Stadshuis, Zwolle-Sassenpoort, Nijmegen-Valkhof, Maastricht-Oude Maasbrug, Gouda-Stadshuis, Bergen op Zoom-Gevangenenpoort, Veere-Raadhuis, Grouw-gezicht vanaf het Pikmeer, Rolde-Hunnebed.
Hieronder ziet u 10 van deze terracotta schijfjes.
Voor de eerste maal werd de productie van alle speldjes aan Nederlandse industrie gegund (N.V. Brouwer’s Aardewerk te Leiderdorp). c.a. 1.500.000 stuks (1978 bakafval aldaar gevonden).
Men maakte gebruik van Rijnse klei waaruit de schijfjes gestempeld werden, waarna deze schijfjes te drogen gelegd werden en daarna gebakken.
De eerste duizentallen hebben in het begin aardig wat problemen opgeleverd, want na enkele dagen liet de lijm los tussen het schijfje en het speldje.
Toen de juiste lijm werd gevonden, is de productie verder vlot verlopen.
Per dag werden er ongeveer 3000 tot 5000 schijfjes met de hand geponst.
Hieronder ziet u een close-up van het Nijmegen speldje en als u met uw muis over het plaatje gaat, zult u de achterkant met speldje zien.
Ook in Gouda in de fabriek van de firma Goedewaagen aan het Jaagpad blijken de terracotta speldjes gemaakt te zijn.
Dit is op zich niet vreemd, want de heer Brouwer is in 1898 zijn loopbaan als pottenbakker begonnen bij deze firma.
In 1900 begon de heer Brouwer zijn eigen aardewerk fabriek in Leiderdorp.
Waarschijnlijk hadden de 2 fabrieken nog steeds warme banden met elkaar en kon Brouwer de order niet alleen aan en heeft Goedewaagen ingeschakeld om ze te helpen met de productie.
Het bewijs voor mijn redenering kunt u lezen in het onderstaande verhaal.
(bron: groenehartvertellingen.nl)
"Bij het doorspitten van de Goudse bodem loop je soms tegen de meest vreemde objecten aan, welke bijna altijd door mensen zijn weggegooid als afval.
Bij opgravingen in de turfschuur van het Goudse aardewerk- en pijpenbedrijf van P. Goedewaagen, omstreeks 1985, werden honderden ronde aardewerk schijfjes, gemaakt van rode klei (diameter 32 mm.) aangetroffen, die waren bewerkt met afbeeldingen erop.
Op de schijfjes staan de namen van diverse steden. Wat het initiaal WHN, dat ook op de schijfjes staat voorstelt, bleef lang duister.
Bij naspeuring bleek het te gaan om aardewerk penningen die door Goedewaagen waren gemaakt in de 2e wereldoorlog.
Ze waren bedoeld om te gaan gebruiken als speldjes als gift voor Winterhulp Nederland in 1941.
Na afloop van de oorlog zijn ze als stortafval terecht gekomen onder de vloer van de turfschuur, waar ze omstreeks 1985 weer als "archeologisch object" werden opgegraven."
Aanvullende bron: hinkepink.nl