Winterhulp moppen en anekdotes


Toen de eerste straatcollecte voor Winterhulp Nederland werd gehouden, verkocht men lichtgevende molentjes.
Van degene die zo'n molentje kochten en droegen, werd gezegd dat zij met molentjes liepen.

*

En toen werd verteld dat de collecte een mislukking was geworden, spraken we van een "Molensof".

*

Een versje dat weergaf waar men dacht dat de opbrengst van de collecten van de Winterhulp bleef:

Ontvangt de Winterhulp een pop (gulden),
dan strijkt de mof drie kwartjes op.
Een kwartje voor Mussert en zijn tante,
weg met de landverraders, zwendelaars, collectanten.
In stad en land, in huis en stulp,
geen halfje (halve cent) voor de Winterhulp!

*

Göring en Hess liepen in Amsterdam te wandelen.
Plotseling bukte Göring zich en raapte een gouden tientje op, dat hij in zijn zak stak.
"Dat geef je zeker aan de Winterhulp", wilde Hess weten.
"Ach Rudie", antwoordde Göring, "Waarom zo'n omweg?
Je loopt daarmee alleen maar de kans, dat oneerlijke lieden ermee gaan strijken.

*

Een der anti-propagandaleuzen voor Winterhulp Nederland was:
"Nog geen knoop van mijn gulp voor de Winterhulp"

*

En een andere keer was het:
"Geen piek (gulden) voor Piek"

*

"Die hele Winterhulp is maar fl. 7,25 waard en geen cent meer."
"Hoe kom je daar aan?"
"Wel, zeseneenkwart (Seyss-Inquart) plus een piek."

*

De Duitsers hadden een groot tekort aan zilver, nikkel, brons en nog veel meer andere metalen.
Daarom verordonneerden zij dat wij onze munten moesten inleveren en vervingen die door zinken munten.
De aktie was overigens geen onverdeeld succes, want er werden heel veel munten achterhouden.
Maar het verhaal ging toen, dat bij een collecte voor de Winterhulp een collectant gewond was geraakt.
Een vrouw had, toen hij had aangebeld en om een bijdrage had gevraagd, een zinken teil uit het raam van de tweede etage gegooid en geroepen:
"Het spijt mij, maar ik heb niet kleiner; hou het wisselgeld maar."

*

Een man won op een Winterhulplot vijfhonderd gulden.
De verkoper was enthousiast, wenste de man geluk en zei:
"Kijk, dat had je niet onder het oude regiem."
"Nee", zei de winnaar, "Maar ik zal je matsen. Hier heb je een kwartje. Ga daarvoor maar voor je hele gezin een pond spek kopen."
"Kom nou", zei de ander, "Buiten de distributie om kost dat minstens tien gulden."
"Ja kijk", hernam de winnaar, "Dat kon onder het oude regiem nou wel."

*

Collectanten van de Winterhulp werrden door het overgrote deel van de bevolking gemeden.
Men stak liever de straat over dan met hen geconfronteerd te worden.

Een aspirant-inspecteur van politie werd bij het inspecteursexamen gevraagd, wat hij zou doen om een menigte te verspreiden.
"Dan roep ik luid en duidelijk, dat iedereen moet weggaan."
"Goed, maar als niemand daarop ingaat?"
"Dan roep ik het nog eens."
"Heel goed, maar als ook dat niet helpt?"
"Dan geef ik een waarschuwingsschot."
"Uitstekend, maar wat als dan nog niemand aanstalten maakt?"
"Dan roep ik: "Mensen, graag een bijdrage voor de Winterhulp!"

*

Een oud vrouwtje had dringend honderd gulden nodig en zij dacht dat Onze Lieve Heer haar daar wel aan zou kunnen helpen.
Dus schreef zij hem een briefje waarin zij haar problemen uiteenzete en waarvoor het geld nodig was, adresseerde hem aan "Onze Lieve Heer in de hemel" en deed hem op de bus.
Voor de P.T.T. was de brief uiteraard onbestelbaar en omdat zij op de achterzijde van de enveloppe geen afzender had vermeld, maakte men op het postkantoor de brief open om te zien of men op die manier achter naam en adres van de afzender kon komen, teneinde de brief te kunnen terugsturen.
Daarmee was een N.S.B.-postbeambte belast.
Nadat hij de brief had gelezen, stuurde hij hem door naar de Winterhulp.
Daar besloot men het vrouwtje te helpen, maar de reden van het verzoek lezende, vond men honderd gulden wel wat veel en besloot men haar de helft, vijftig gulden, te sturen.
Zo gezegd, zo gedaan.
Een week nadien ontving hetzelfde postkantoor weer een brief die was geadresseerd aan "Onze Lieve Heer in de hemel" en dezelfde postbeambte maakte hem weer open.
Hij las: "Lieve Heer, wel bedankt voor de vijftig gulden. Ik kan dat geld erg goed gebruiken. Maar als U weer eens geld stuurt, doe het dan niet via de Winterhulp, want die schoften houden de helft voor zichzelf."

*

Hieronder vind u een waar gebeurd verhaal over een Winterhulp collectant die er een nogal rare werkmethode op na hield:

De Utrechtse politierechter mr. Visser oordeelde streng, die laatste meidag van 1943.
De beklaagde kreeg de keuze tussen het betalen van een geldboete van veertig gulden of twintig dagen hechtenis.
Bovendien waarschuwde de rechter dat bij herhaling zeker sprake zou zijn van gevangenisstraf.
Op die manier hoopte de rechter paal en perk te stellen aan een heel nieuw soort mishandeling dat in Nederland opgang maakte: het al dan niet met een collectebus in de hand mensen op het gezicht slaan die een gift weigerden.
De 35 jarige postvakarbeider en vrijetijdscollectant die zich voor mr. Visser moest verantwoorden, beweerde dat hij onschuldig was aan een dergelijk vergrijp.
Twee getuigen hadden een ander verhaal.
De collectant, die geld inzamelde voor de slachtoffers van het bombardement van Rotterdam, had een bewoonster van de Rijnlaan in Utrecht een bloedneus geslagen.
Ze had geweigerd om een bijdrage af te staan......

*

De meeste Nederlanders hadden dus al snel in de gaten dat de Winterhulp een Duitsgezinde instelling was en gaven bijna alleen als ze er niet onderuit konden komen.
Achter de rug van de collectant zeiden ze vaak: 'Nog geen knoop van mijn gulp voor de Winterhulp'.
Maar de Haagse Jacoba Maria Blom-Schuh zei in april 1941 tegen een Winterhulp-collectante: 'Ik geef pas aan de Winterhulp als onze koningin weer terug is.
De opbrengst van de Winterhulp is voor de Duitsers en NSB'ers, en dat zijn een stelletje rovers, net als Adolf Hitler.'
Dat was wel heel eerlijk, maar niet zo verstandig van haar. De collectante deed aangifte.
Maria Schuh ging voor drie maanden de gevangenis in. Het maakte haar niet minder dwars.
De kousen die ze van de SS-bewakers moest stoppen naaide ze dicht, zogenaamd uit onkunde.
 

 


Website by Sylvan Staub